Leestijd 12 min
Met koude dagen in aankomst is het voor iedereen duidelijk: zorg voor een warme jas. Dat geldt zeker ook voor onze woningen met de Trias Energetica in het achterhoofd. Met miljoenen woningen op de verduurzamingsrol is er genoeg te doen. Vaart maken met isolatie is essentieel, maar maak wel de juiste keuzes. Daar lag de aandacht op tijdens het symposium Innovatief Isoleren in Dome-X: natuurinclusief, biobased en toekomstbestendig isoleren kan en moet nú.
Dagvoorzitter Marjet Rutten trapte samen met Peter Linders van TKI Urban Energy af en schetsten de urgentie van de bijeenkomst. Peter: “We weten dat de energietransitie doordendert en kennis is essentieel om deze in te vullen. Daarom brengen we iedereen vandaag up-to-date over innovaties zoals biobased bouwen, natuurinclusief, you name it. Ook delen we ervaringen over wat er goed en fout gaat.” Dat koppelt Peter aan het programma Uptempo: “Daarin ontdekken we welke innovaties we stimuleren om een versnelling te zorgen in de transitie. Dat doen we door action learning, leren door te doen. Maar we leren van onze fouten en verbeteren.”
Politieke speelveld
Marjet richtte zich op de impact die de verkiezingen rondom de politiek hebben: “Politiek gezien hoeven we ons geen zorgen te maken over de allerslechtste labels. Maar voor een groot isolatieoffensief is het erop hopen dat GroenLinks-PvdA een vinger in de pap heeft. Want zij stellen voor om meer tijd, aandacht en geld te besteden aan het isoleren van woningen.” En met nog 8 miljoen woningen op de rol om te verduurzamen is snelheid gewenst.
Een verzameling (biobased) innovaties uitgestald tijdens het symposium
Natuurinclusief isoleren
Maar: met gepaste spoed en door de juiste keuzes te maken. Dat lieten Serena Scholte van Taskforce Natuurinclusief Isoleren en David van der Veen van provincie Utrecht zien, die vertelden over natuurinclusief isoleren. Dat is belangrijk, want bij bouwen en renoveren krijg je onder andere als woningcorporatie en gemeente te maken met de natuur. Of je nu wilt of niet. Kijk naar de Wet natuurbescherming, die het doden, verwonden en vernietigen verbiedt van beschermde flora en fauna. In de gebouwde omgeving zijn dat bijvoorbeeld vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen. Zo tref je vleermuizen nog wel eens aan in een spouwmuur en verschuilt een gierzwaluw zich bijvoorbeeld onder de dakranden en –pannen.
Om te verduurzamen mét een flinke snelheid is de uitdaging dus het veilig stellen en het ondersteunen van die beschermde diersoorten. Serena: “Kijk je hier niet goed naar, dan overtreed je de wet. We zochten naar kansrijke oplossingen om landelijk aan de slag te gaan met een Soorten Management Plan (SMP). Een plan dat werd uitgewerkt in de provincie Utrecht, waar tientallen isolatiebedrijven werden opgeleid om op deze manier te werken.” Een van de randvoorwaarden is goed ecologisch onderzoek. Maar daar is een tekort aan, vertelde Serena: “Dat proberen we in het programma van de taskforce op te lossen met nieuwe denkrichtingen. Er zijn aardig wat zzp’ers en zelfstandige ecologen. Kunnen we die wellicht in een pool brengen om versnelling op gang te brengen.”
Van A tot Z
David liet zien hoe provincie Utrecht de vergroting van biodiversiteit in stad en dorp aanpakt: “We organiseren netwerkbijeenkomsten waarin we onze gemeente op weg te helpen van A tot Z. Van ontwerp, naar uitvoering en subsidieaanvraag. Daarvoor stelden we een aantal subsidies beschikbaar, voor het SMP en voor klimaatbestendige, groene en gezonde steden en dorpen. Ook ontwikkelden we een draaiboek ontwerpateliers natuurinclusief, vliegwielen voor het versnelle nvan natuurinclusief bouwen en inrichten.” Tot slot noemde David het convenant Duurzame Woningbouw: “We werken samen met Amsterdam voor het geheel van je ruimtelijke ingrepen op woningbouwniveau, met bijvoorbeeld een focus op biodiversiteit.”
Het SMP in werking
Hoe wordt een SMP samengesteld en wat brengt het je? David illustreerde de aanpak en liet zien hoe het werkt: “De gemeente onderzoekt proactief alle beschermde soorten binnen de stedelijke contouren, ofwel een nulmeting. Een plan wordt opgesteld hoe met deze soorten om te gaan om ze duurzaam te behouden. En het zorgt dat je een gebiedsgerichte ontheffing aanvragen voor vrijwel alle ruimtelijke ingrepen binnen de stedelijke contouren gedurende 10 jaar.” Hij besloot door te laten zien hoe provincie Utrecht in de wedstrijd staat en zelf doet aan natuurvriendelijk isoleren. “We starten ecologisch onderzoek voor het SMP en zorgen per direct voor een tijdelijke ontheffen. VvE's en woningcorporaties kunnen gebruikmaken van het SMP, zonder individueel onderzoek of ontheffingsprocedure.”
Vervolgens was het woord aan Saskia Hegeman van Nieman Raadgevende Ingenieurs over brandveiligheid en isolatie in een van de break-out sessies. Ze stelt eerst de opgave rondom isolatie scherp, waar we een opmars van biobased materialen zien. “Als we als branche het onderdeel brandveiligheid niet goed oppakken, dan gaat deze transitie naar dit type materialen niet lukken. Pak dit goed aan, zodat we geen risico's nemen.” Het sentiment kan omslaan als biobased bouwen negatief in het nieuws komt, bijvoorbeeld na een brand. Daarom volle aandacht vanuit de zaal voor dit onderwerp. Saskia liet zien welke twee fasen er zijn voor brandveiligheidsadviseurs: “Ontwerpadvisering, die draait om getallen in model, tekening en rapport. En als tweede fase hebben we de uitvoeringsadvisering, die gaat over het daadwerkelijk maken. Daar gaat het om geteste oplossingen die in de praktijk misschien net iets anders functioneren dan op papier. Daar wil je ervaring over opdoen.”
Biobased en brandbaar?
Hier treffen we een dilemma als we specifiek kijken naar de wereld van biobased bouwen. Zo is de kennis versnipperd en soms zelfs verstopt. “Dat wil je juist blootleggen en toegankelijk maken voor de branche.” Ze noemt een aantal oplossingsstrategieën voor brandveiligheid in het ontwerp en uitvoering: “Bescherm brandbaar materiaal tegen ontsteking. Materiaalgedrag kun je als voordeel gebruiken, denk aan inbranding en koolstofvorming. Zorg ook voor goed detailleren.” Ze gaf een blik op de actualiteit: “De technische eisen in het Bbl zijn vrijwel hetzelfde als in het Bouwbesluit, waar we al langer mee werken. En bij NEN is er een NTA-werkgroep Houtbouw en die stelt zich de vraag of de huidige eisen wel de goede. De achtergrond is een verhoogde brandintensiteit door hogere energetische inhoud van toegepaste materialen.”
Kijken we in het bijzonder naar de gevel, dan is dit zonder twijfel het dubbelgezicht van het gebouw. Want we praten vaak over gevels die moeten voldoen aan een bepaalde brandklasse, maar hier moeten we bedachtzaam zijn volgens Saskia: “Verschillende delen van de gevel hebben verschillende eisen. Let daar goed op.” En over de uitvoeringsadvisering gaf ze aan: “Welke materialen pas je op welke manier toe? Een eerste stap is te bedenken welk materiaal je wil gebruiken. Daarna heb je oog voor bouwknooppunten en losmaakbaarheid. Tot slot toon je aan, zorg je voor bewijslast.”
Nieuwe materialen en kennis
Dat wordt nog een uitdaging als we met biobased bouwen aan de slag gaan. “Nieuwe materialen betekent ook verse kennis en dat is een gezamenlijke opgave. Evenals ervoor zorgen dat technologische oplossingen elkaar niet bijten.” En ze bracht een oplossingsstrategie onder de aandacht: “Van robuustheid naar aanpasbaarheid. Vang zoveel mogelijk brandveiligheid op in de opbouw en de detaillering en bereik hiermee robuustheid. Leun minder zwaar op gedrag van biobased materialen zelf en zorg dat het vergelijkbaar wordt met vergelijkbaar materiaal. Bouw robuustheid af door introductie getrapte brandtesten en werk toe naar teststrategieën, een optimalisatie in opbouw en detaillering. De eindstreep is dan in zicht. Producten die aantoonbaar voldoen en op de goede wijze toegepast.”
Dat wist ook Vincent Hendriks van Hendriks Bouw & Ontwikkeling, die liet zien hoe een bouwer leverancier én makelaar van grondstoffen wordt. Vincent: “We maken een stap voorwaarts en willen overgaan naar 100% circulair beton. De Arac-breker staat aan de wieg, een machine die we bedachten aan de hand van gesprekken in 2020. Toen hoorden we vanuit de wetenschap over het principe om beton weer los te maken. In de praktijk laten we dit al zien, want we werken nu aan een pilot waar we beton breken en vernieuwen. We willen andere aannemers ook helpen en zorgen dat ze circulair en biobased hun producten voorradig hebben en toepassen.”
Vincent Hendriks: "We zien kansen voor onder andere mycelium om in te zetten bij de renovatieopgave, voor platte daken en wanden."
Leverancier én makelaar
Dat slaat terug op de titel van zijn presentatie: leverancier én makelaar van grondstoffen. Van circulaire grondstoffen wel te verstaan: keramisch materiaal, hout en staal. “We ontwikkelen een circulaire baksteen. Daar werken we al twee jaar aan. We zijn van een overgebakken baksteen die 100% circulair is, naar een koudgebakken baksteen gegaan, die schadelijke broeikasgassen opneemt. Die willen we in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar op de markt aanbieden. We gebruiken het zelf én bieden het aan.”
Een ander product is Mycelium, waar Vincent kansen ziet bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving en de renovatieopgave. “Dit kan worden ingezet als isolatiemateriaal voor platte daken en wanden.” Ook ziet hij kansen voor Gramitherm, verloren gras dat niet bestemd is voor veevoeder. “Dit wordt teruggewonnen in isolatiepanelen, die we willen toepassen in producten. Van biobased afval dat overal groeit kun je weer nieuwe producten maken.” Hoe sluiten al deze producten aan op het bouwen en realiseren in de praktijk? De verwezenlijking zie je volgens Hendriks terug in de terugWINwoning: “Met circulair beton, CLT en HSB-gevelelementen uit eigen modulefabriek. Ook passen we biobased mycelium isolatie toe én een grijswatersysteem. Ook op het vlak van de energietransitie is er goed nieuws te melden. Circulaire accu's en smarthome opwek en verbruik, zonder netaansluiting.
Belang van samenwerking
Om de versnelling rondom circulariteit en de energietransitie kracht bij te zetten, is ketensamenwerking essentieel. Vincent stuurt dan ook op nieuwe partnerships om samen de transities door te maken. Want als je iets collectief aanpakt, loop je niet individueel vast. Dat stelde Ruth Mourik van TKI Urban Energy ook voor aan de hand van Crack the Puzzle: “Dit is nodig omdat als je in de waan van de dag zit, want dan kom je niet toe aan vraagstukken rondom bijvoorbeeld circulariteit. Het kost tijd om je netwerk te verzamelen of de geschikte personen te vinden om aan een oplossing te werken. Daarom is Uptempo geschikt. We betrekken partijen als architecten, adviseurs, energieloketten, bouwers en meer.”
De puzzel is er voor warmtevraagredactie en circulair, onder andere: “Bij het onderwerp circulair bouwen zien we dat er herbruikbare materialen beschikbaar zijn. En aan de andere kant is er een vraag die gebundeld moet worden. Dat zien we bijvoorbeeld bij gemeente Oss, die opdrachtgever is voor het bouwen van een circulaire hub. Hier komen vraag en aanbod bij elkaar. We zoeken daar nog partijen bij en doen daar nu onderzoek naar. Meld je vooral aan als je denkt dat je een bijdrage kunt leveren.” Over warmtevraagreductie meldde ze: “We moeten bij isolatie beter met data omgaan. Denk aan asbest en aan de hoeveelheid en de samenstelling van de woningen die onderhoud nodig hebben. We willen versnellen wat er al is, maar de partijen vinden elkaar niet of de keten is niet sterk genoeg. Dat willen wij veranderen.”
Ook in een opvolgend panelgesprek met Guus Mulder en Niels Rood van TKI Urban Energy en Casssandra Vugts van Dome-X en SPARK Campus stond samenwerking centraal. Cassandra: “Zo werken wij samen vanuit Dome-X met SPARK Campus. We zijn voor de zomer 2023 gestart om dingen samen te doen, om ons netwerk te versterken en vergroten. Ook hebben we twee interessante satellietlocaties: Dome-X in Den Bosch en SPARK in Den Bosch. Dit lab is het grootste innovatiecentrum in Nederland.”
Guus, Cassandra en Niels vertellen over de kracht van samenwerking.
Transities zijn complexe problemen en die moet je onderkennen. Althans, als je het aan Niels vraagt: “Werk samen en ben blij met kleine stappen die misschien niet meteen de goede kant op gaan.” Hij gaf aan wat de belangrijkste inzichten waren uit zijn break-out sessie ‘Geld voor je pilot’: “Als je een subsidieaanvraag schrijft, zorg dat die ook slaagt. Dan stop je er veel moeite in en is het resultaat er niet naar. Schrap afspraken in je agenda om hier alle tijd voor te maken.”
Ook Guus liet weten dat samenwerking voor hem de sleutel is. “Bedrijven die aan transities werken doen dat meestal niet alleen. Ze bieden een oplossing om een maatschappelijke opgave in te vullen. Vanuit dat gedachtegoed wil ik via TKI Urban Energy helpen en partijen verbinden. Niet als techneut, maar als partij die ziet wat er gebeurt in het speelveld en partijen aan elkaar koppelt.” Cassandra onderstreepte dit: “De vraag en de behoefte verandert naar kennis uit andere domeinen om te versnellen. Zij zijn ook op zoek naar partijen die met andere kennis de markt in komen, zoals Vincent ook liet zien. Dat is ook de reden waarom wij netwerken verbinden en samen de toekomst vormgeven. Zodat de materialentransitie sneller gestalte krijgt en we rapper naar een biobased circulaire economie gaan."
Leren van de natuur
Van Lydia Fraaije van FRAAi architecten hoorden we wat we als bouw- en vastgoedsector kunnen leren van de natuur. Een heleboel, zo blijkt. Biomimicry bestaat al sinds 1997 en kun je toepassen in processen en strategie. Je kijkt dan naar de natuur om te leren hoe je bijvoorbeeld gebouwen ontwerpt en bouwt. “De natuur heeft veel kennis en inzichten waar we als bouw- en vastgoedsector voordeel uit halen”, liet Lydia weten. “En is adaptief. Past zich aan als een nieuwe situatie zich aandoet.” Dat is ook een belangrijk uitgangspunt in onze gebouwde omgeving.
Hoe kan de natuur ons helpen om innovatiever, beter te isoleren? Lydia kwam met een aantal voorbeelden: “We bouwden een biomimicry showcasehuis dat ecosysteem diensten leveren. Diensten die de natuur gratis levert, zoals het opslaan van schadelijke broeikasgassen, het binden van stikstof en het opvangen van fijnstof. We hebben veel met gerecycled materiaal en prefab strobouw gebouwd. Zoals ook verbrand en gefixeerd hout.”
Tekst: Marvin van Kempen
Gepubliceerd op
Permalink