Agenda Natuurinclusief 2.0 gaat uitvoering versnellen

Agenda Natuurinclusief 2.0 gaat uitvoering versnellen

Leestijd 6 min

Met de natuur in ons land is het slecht gesteld. De Agenda Natuurinclusief 2.0 probeert dat tij te keren en natuurinclusiviteit te versnellen. Niet met ingewikkelde maatregelen maar door koplopers en initiatiefnemers aan elkaar te verbinden.

“Wij slaan bruggen tussen boeren en bouwers, tussen bankiers en ecologen. Dat haalt de polarisatie uit de samenleving”, zegt André van der Zande, voorzitter van het NiNO (Natuurinclusief Nationaal Overleg) en ambassadeur van de Agenda.

Eerst een korte terugblik op het natuurbeleid: in 1990 stelde het Rijk vast dat er krachtige bemoeienis nodig was om de achteruitgang van de natuur te stoppen, van hogere plantensoorten tot iconische broedvogels. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) werd ingesteld, een samenhangend netwerk van natuurgebieden dat aan elkaar en aan de ons omringende landen was verbonden.

Kabinet Rutte I (2010 – 2012) besloot dit netwerk sterk te versoberen, van ruim 728.000 hectare naar 600.000 hectare. De uitvoeringstaken voor het hernoemde netwerk (Natuurnetwerk Nederland) werden in 2014 naar de provincies overgeheveld, met minder middelen. Tevens sloten ze, met maatschappelijke organisaties, het Natuurpact om de ecologie binnen natuurgebieden te verstevigen.

Basis voor Agenda Natuurinclusief

De Agenda Natuurinclusief is een kindje van het Natuurpact. Onder leiding van Carola Schouten, voormalig minister van LNV, kwam er in 2021 een handvest ‘Nederland Natuurinclusief’ waarin niet alleen het natuurnetwerk is opgenomen, maar ook thema’s als economie en ecologie, natuur buiten natuurgebieden en vermaatschappelijking van de natuur staan. Dat werd de basis voor de Agenda. Een van de eerste ideeën was het instellen van acht domeinen (bouw, landbouw, water, energie en infra, onderwijs, de financiële sector en vrije tijd). Daarvoor kreeg men de handen op elkaar.

André van der Zande (1952) heeft mede de aanzet tot het handvest gegeven. Hij is een ervaren bestuurder die zich, gedurende zijn hele loopbaan, voor de natuur heeft ingezet. Zo was Van der Zande secretaris-generaal voor het ministerie van LNV en directeur-generaal bij het RIVM. Hoewel hij nu met pensioen is, heeft hij nog bezoldigde en onbezoldigde nevenfuncties op gebied van bodem en natuurbeheer.

Ecologisch puntensysteem

“Met de Agenda 2.0 zijn we een stap verder naar natuurinclusiviteit”, zegt Van der Zande. “Op mijn initiatief is het aantal domeinen uitgebreid met gezondheid en industrieterreinen. Wij willen koplopers en initiatiefnemers met elkaar verbinden, zodat we dit jaar een kopgroep kunnen vormen die ontwikkelingen niet alleen in gang zet, maar ook versnelt. Dat doen we door thema’s en uitdagingen te delen en van elkaar te leren. Veel van de actiepunten uit de eerste versie zijn in uitvoering.’

“Neem ‘Natuur voor Elkaar’ in Overijssel”, geeft de ambassadeur als een van de vele voorbeelden aan. “Dat programma loopt nu al bijna tien jaar en is koploper in natuurinclusief bouwen, met nestkastjes, groene daken, vergroening van bedrijventerreinen en boomaanplantdagen. Of Fryslân. Die realiseert met partners ‘Natuer mei de mienskip’. Dat programma is kansrijk in de koppeling van klimaatadaptatie met de energietransitie.”

Het is volgens Van der Zande dus niet óf, maar wanneer de actiepunten tot uitvoering komen. “We gaan de versnelling met elkaar organiseren, van overeenkomsten sluiten tot financiering en van een stukje regelgeving tot het verbinden van de bouw aan de natuur. Onno Dwars, CEO van Ballast Nedam Development, werkt als domeinleider bouw bijvoorbeeld aan een geüniformeerd ecologisch puntensysteem.”

Hij zoomt in. “Natuurinclusief bouwen is momenteel al opgenomen in de Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL, vervangt Bouwbesluit) maar vrijwillig. Als je geen waarde aan de natuur toekent, dan sneuvelt dat als eerste. Veel gemeenten zijn al bezig met dergelijke puntensystemen, maar die verschillen van elkaar. Mensen in de bouwwereld worden daar knettergek van. Wij willen binnen drie jaar een groot aantal gemeenten zover krijgen dat ze dat standaard invoeren volgens de 3-30-300 regel: drie bomen in zicht vanaf je huis, 30 procent bladerdek in elke buurt en 300 meter tot de groene ruimte.”

Dwarsverbanden

Volgens de ambassadeur opereren de twaalf provincies nu nog als twaalf koninkrijkjes. “Ze weten weinig van elkaar en er wordt te weinig kennis en ervaring uitgewisseld”, zegt hij. “Natuurbeleid heeft zich te veel afgespeeld op rijks- en provinciaal niveau. We moeten de natuur vanuit de gemeenten verbeteren en dat kan met relatief bescheiden middelen. Gelderland heeft bijvoorbeeld een platform voor natuurinclusieve landbouw. Eigenlijk moeten we dat voor alle provincies hebben. Het verbindt boeren met gezondheid, boeren met de bouw en boeren met burgers. Bovendien haalt het de polarisatie uit de samenleving. We noemen onze Agenda dan ook de agenda van hoop en verbinding.”

Die verbinding strekt zich verder uit dan alleen bouw en landbouw. Ook de financiële sector en de energiewereld wordt erbij betrokken. “De financiële sector denkt met ons mee”, verklaart Van der Zande. “Zij dienen rekening te houden met de ecologische risico’s van hun investeringen. Onze banken hebben wereldwijd voor miljarden euro’s aan investeringen uitstaan aan bedrijven met een hoge afhankelijkheid van ecosysteemdiensten. In 2050 zullen die geldstromen ook natuurinclusief moeten zijn. Bankiers worden niet opgeleid met ecologische kennis. Zij moeten de omslag in denken en handelen maken. Zij zullen het ecologisch puntensysteem dus ook moeten begrijpen en hun kennis bijspijkeren.”

Hetzelfde gaat op voor de energiewereld. “TenneT is zeer welwillend om de uitrol van de nieuwe energie-infrastructuur natuurinclusief te maken”, zegt hij. “Daarin steunen ze vooral op vrijwilligers van de Vogelbescherming. Er zit nu een enorme druk op bestaande ecologen. Daarmee gaan we het niet redden. Om- en bijscholing van werknemers in de energiesector wordt ook daar een vereiste. Wil je dat natuurvriendelijk doen, dan moet je de juiste spullen gebruiken. Zo heeft Overijssel een camerasysteem met software ontwikkeld om slecht maaisel van goed maaisel te scheiden. Waardoor de goede variant alsnog afzetbaar en bruikbaar is. Dat is op dit moment nog amper bekend.”

Over schaduw heen springen

Natuurlijke bouw- en isolatiematerialen – als hout, hennep, olifantsgras en lisdodde – kunnen een verbinding tot stand brengen tussen de agrarische sector en de bouw. Of dat natuurinclusief is, daar zet hij vraagtekens bij. “Biobased materialen zijn niet bij voorbaat natuurinclusief. Olifantsgras is een grote waterslurper. Kijk daarom naar welke soorten, welke teeltmethode en de bodemgesteldheid. Als je grootschalig bepaalde teelten gaat bevorderen, moet je meer op hennep en vlas inzetten. Of strokenteelt.”

Opschaling van biobased materialen is een ander heikel vraagstuk. Van der Zande: “We zien op een aantal puntlocaties projecten en initiatieven ontstaan, bijvoorbeeld Heijmans of Ballast Nedam die in hun offertes een bepaald percentage biobased opnemen. Als ze dat beloven, dan moeten ze wel leveranciers hebben die dat ook kunnen waarmaken. Voor echt grote volumina hebben we daar niet voldoende materialen voor. Dan kom je dus al snel bij import terecht. In mijn tijd als secretaris-generaal (van het ministerie van LNV red.) hadden we dezelfde discussies over tropisch hardhout. De vraag is of je met verlijmingen en nieuwe technologieën met inlands hout dezelfde kwaliteit kan verkrijgen.”

“De komende maanden”, besluit de ambassadeur, “ga ik daarom met de grotere koepels – Bouwend Nederland, LTO Nederland – in gesprek op welke wijzen we een zwaarder uitvoeringsprogramma kunnen krijgen. Zij zullen over hun eigen schaduw heen moeten springen en hun aversie tegen het woord ‘natuurinclusief’ moeten overwinnen. Onze agenda heeft bewezen dat de aanpak werkt. Huizen bouwen, infrastructuur verbeteren, maar ook de mogelijkheid om de natuur te verbeteren, te respecteren en te herstellen. We hebben een enorme kans om alle domeinen aan elkaar te verbinden en op te schalen. Dat mogen we niet laten liggen.”

Door Tseard Zoethout

Delen:

Gepubliceerd op
Permalink

Meer nieuws

Founding Partner

Rabobank

Partners

Boeren voor biobased bouwen
Nieuwe Oogst
BO Akkerbouw
Building Balance

Initiatiefnemers

Ballast Nedam Development
LTO Bedrijven
Merosch
SWP
Terug naar boven