Leestijd 6 min
In Olst trachten boeren, bouwers en verwerkers gezamenlijk de uitstoot van stikstof en koolstof te verminderen. Bouwboeren, ze zijn gepokt en gemazeld in de traditionele bouw, maar nu in de ban van stroboxen. Lonkt er een nieuw verdienmodel?
"Ik wacht op de dag dat er woningen op het land groeien," zei Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) eerder dit jaar tegen Cobouw. Woningen die als paddenstoelen uit de grond schieten: het lijkt vooralsnog fictie, iets wat alleen mogelijk is in Kabouterland. Maar bouwen met vezelrijke gewassen van lokale boeren die in Nederland worden verwerkt: dat gebeurt al wél.
Nu nog slechts beperkt, maar als het aan de minister ligt binnenkort veel vaker. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken, waar zijn departement onder valt, betaalt er zelf aan mee. Zo is het een van de financiers van Building Balance, naast bijvoorbeeld het ministerie van Landbouw Natuur en Visserij, de Rabobank en een aantal provincies.
Building Balance is een landelijk transitieprogramma dat het gebruik van vezelrijke gewassen van eigen bodem in de bouw moet versnellen. Het initiatief slaat zo twee vliegen in een klap: er wordt op grote schaal CO2 vastgelegd en uitstoot vermeden door gebruik van minder CO2-intensieve materialen. En zo ontstaat er mogelijk ook een nieuw verdienmodel voor boeren die moeten stoppen omdat ze te veel stikstof uitstoten.
Kansrijke gewassen
Building Balance probeert landelijk én regionaal ketens van boeren, bouwers en bedrijven in de verwerkende industrie op te zetten en die te ondersteunen. Bijvoorbeeld door snellere certificering van gewas-productcombinaties en aanpassing van wet- en regelgeving. Belangrijke steun in de rug: het recente besluit van het kabinet om 200 miljoen euro beschikbaar te stellen voor biobased bouwen.De vraag is wel of vezelrijke gewassen verbouwen een verdienmodel kan zijn voor boeren. Om dat te onderzoeken, richten de samenwerkingsketens zich vooral op kansrijke gewassen als hennep, vlas en miscanthus, ook wel olifantsgras genoemd. Met hennep en vlas wordt al gebouwd - onder meer in bouwblokken, plaat- en isolatiemateriaal. Bouwen met andere gewassen, zoals zonnekroon, lisdodde en sorghum zit nog in een experimentele fase.
Regionale ketens bestaan er inmiddels in het hele land. Zo ook in Salland. Biobased Bouwen Salland heet het initiatief dat is opgezet door Rabobank Midden-Oost, Building Balance en Salland Loont, een organisatie die boeren in Salland wil helpen verdienmodellen te vinden die bijdragen aan de verduurzaming van landelijk gebied.
En dat slaat aan, als we Willem Rienks, ketenregisseur van Biobased Bouwen Salland mogen geloven. "Drie bijeenkomsten hadden we gepland, maar de belangstelling was zo groot dat het er al snel meer werden," vertelt hij.
Ketens
Een aantal deelnemers wilde sneller stappen zetten. Met vier groepjes ondernemers zijn daarom een aantal samenwerkingsketens verkend: van gewas tot praktische biobased toepassing. Zeer kansrijk bleek de teelt van hennep als isolatiemateriaal, mede omdat dit een erkend bouwmateriaal is. In Salland staat inmiddels hennep op tien hectare grond - goed voor 100 ton hennepvezel.
Die wordt later dit jaar geoogst en verwerkt tot isolatiedekens. Een lokale woningcorporatie en een aantal bouwers in de regio hebben zich inmiddels gecommitteerd om deze isolatie te gaan gebruiken bij de bouw van nieuwe woningen. Op meer bescheiden schaal hebben boeren in Salland ook besloten miscanthus en zonnekroon te gaan verbouwen en te kijken of dit kan worden gebruikt als biobased inblaasisolatie of als basis voor plaatmateriaal.
Stroboxen uit Olst
Een van de bouwers die erg enthousiast is over Biobased Bouwen Salland is Roelof Vossebeld. Met zijn compagnon Daan Molkenboer begon hij in 2016 Strobox, een bedrijf dat boxen maakt van brandwerend, ademend en FSC-gecertificeerd hout die worden gevuld met stro van lokale akkerbouwers. In de werkplaats in Deventer maakt Strobox van deze 'legoblokken' onder meer prefabwanden en -vloeren die op locatie aan elkaar worden gemonteerd.
Vossebeld, gepokt en gemazeld in de traditionele bouw, raakte na een uitstapje in de sociale sector steeds meer in de ban van de ecologische bouw. Vrij van de aarde bouwen, was een van zijn grootste uitdagingen. "Zelfs in de houtskeletbouw wordt er in de funderingen nog steeds volop gewerkt met beton. Terwijl we inmiddels allemaal weten dat er bij de productie van cement en beton veel CO2 vrijkomt. Dat we daaraan vasthouden houdt deels verband met ons vochtige, maritieme klimaat. Dit maakt het gebruik van veel andere materialen lastig. Wij werken nu met stalen schroefpalen en dat is een uitstekend alternatief, vertelt Vossebeld, terwijl hij ons rondleidt door Olstergaard, een duurzame, circulaire nieuwbouwwijk in het aan de boorden van de IJssel gelegen Olst.
Van liefst vijf woningen, waaronder zijn eigen huis, waarvan de stalen fundering net iets onder het maaiveld ligt - "een experiment," aldus Vossebeld - bouwt Strobox in Olstergaard de casco's. De wanden, maar ook de vloeren van de woningen, zijn gemaakt van stroboxen. Een klein venster in de binnenwand waarachter stro is te zien, dient als bewijs. Tien van deze woningen bouwt Vossebeld dit jaar met een team van zo'n tien vaste medewerkers en zzp'ers.
Aannemers overtuigen
Complete casco's bouwen: eigenlijk was dat helemaal niet de bedoeling, verklapt hij. "Als producent van biobased bouwmaterialen en elementen wilden we de ecologische bouw vooral standaardiseren en opschalen. Maar het bleek nog niet zo eenvoudig om aannemers daarvoor warm te krijgen. Daarom zetten we nu eerst zelf de casco's neer in de hoop anderen daarmee te inspireren en over de brug te halen."
Dat laatste lijkt te lukken. Ruim 150 geïnteresseerden bezochten de open dag die Strobox in mei in Olstergaard organiseerde. Ook een aantal lokale, duurzame aannemers, waaronder Ecobouw Salland en Dijkhuis, hebben het bedrijf inmiddels weten te vinden. Aan hen levert Vossebeld prefab strobox-elementen.
Geen makkelijke opgave
Vossebeld is optimistisch. Bouwen met materialen van eigen bodem gaat een hoge vlucht nemen, denkt hij. Maar gemakkelijk wordt het niet, weet hij ook. Zo is stro, een restproduct van de landbouw, nog steeds niet opgenomen in de Nationale Milieudatabase. Wie stro bijvoorbeeld wil gebruiken als inblaasisolatie op locatie krijgt te maken met een sanctie op de forfaitaire rc-waarde van 30 procent, terwijl de isolatiewaarde volgens Vossebeld zelfs hoger is dan die van traditioneel isolatiemateriaal als piepschuim of PIR.
Bestaande wetten en regels belemmeren een snelle acceptatie en doorbraak van het bouwen met (binnenlands) biobased materiaal. Ze maken het nodeloos duurder, aldus Vossebeld, ook omdat er nu allerlei installaties moeten worden aangeschaft, terwijl die eigenlijk overbodig zijn. Een warmtepomp of een ventilatiesysteem bijvoorbeeld, terwijl stro van zichzelf al uitstekend isoleert en ventileert. Wetten en regels waaraan volgens Vossebeld door de macht van toeleveranciers van traditionele bouwmaterialen weinig verandert. "Die hebben een sterke lobby, ze zitten overal aan tafel. Als zij zeggen: de wereld is plat, dan is de wereld plat."
Daarom juicht hij initiatieven als Building Balance en Biobased Bouwen Salland zeer toe. Op grote schaal bouwmaterialen van eigen bodem leveren, of het nu gaat om stro, hennep of miscanthus: Vossebeld is er klaar voor.
Bron: Cobouw.
Foto: Marcel de Graaf
Gepubliceerd op
Permalink