Leestijd 4 min
Luc en Wout de Wit van BouwBoeren zijn ervan overtuigd dat vezelgewassen interessant zijn voor boeren én voor bouw, logistiek en industrie. Met hun teeltpilot in Midden-Nederland willen ze boeren in andere regio’s enthousiasmeren.
BouwBoeren is in 2021 opgericht door de broers Luc en Wout de Wit. In 2023 zijn ze in de regio Utrecht en West-Betuwe samen met boeren op zes locaties van in totaal zo’n 25 hectare een pilot begonnen voor de teelt van vijf vezelgewassen: twee soorten sorghum, industriële hennep, olifantsgras en zonnekroon.
Deze gewassen groeien twintig tot dertig keer sneller dan bomen en nemen tot vier keer meer CO2 en stikstof op. Doel is om in verschillende regio’s boerencoöperaties op te richten, waarmee BouwBoeren overeenkomsten sluit voor het leveren van vezelrijke gewassen als biobased grondstof voor materiaal in bouw, logistiek en industrie.
Luc de Wit vertelt dat hij al vijftien jaar actief is als circulair projectontwikkelaar en dat zijn broer sinds twintig jaar werkt als biobased architect. "In onze projecten focussen we op energiezuinige gebouwen met duurzaam materiaalgebruik," zegt hij. "Maar voor de aankoop van biobased materialen kwamen we bijna altijd over de landsgrenzen terecht. We vroegen ons af of productie niet in onze eigen regio kon."
Toen ze vier jaar geleden over een regionale teelt begonnen na te denken, wilden ze daarmee de afhankelijkheid van het buitenland en het aantal transportkilometers verminderen. Maar ze kwamen erachter dat het meer voordelen kon hebben.
Regionale teelt geeft ook de mogelijkheid om meer kennis op te bouwen over de verrijking van de bodem door nutriënten uit vezelrijke gewassen als rustgewas en de beschutting die ze bieden voor dieren. Bovendien zagen de broers kansen om een nieuw verdienmodel voor boeren te ontwikkelen door de agrosector direct met de bouw te verbinden.
De Wit legt uit dat de voedselproductie niet in gevaar komt door de teelt van vezelgewassen, maar dat deze in wisselteelt met voedselgewassen juist de gezondheid van de bodem bevordert. Daardoor krijgen onkruid, ziekten en plagen minder kans. Daarnaast passen ze goed op grond die minder geschikt is voor voedselproductie, bijvoorbeeld vlak bij een snelweg of luchthaven.
Pensionadogewassen
Voor de vezelgewassen zijn geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest nodig. Je kunt ze in de ogen van De Wit zien als ‘pensionadogewassen’, die minder arbeid vragen dan bijvoorbeeld mais of wintertarwe. "Als ze eenmaal zijn opgekomen, kun je ze rustig 120 dagen laten staan zonder ernaar om te kijken," zegt hij. "De eerste paar weken na het inzaaien zijn cruciaal."
Het afgelopen jaar, met extreem natte en droge periodes, is een lastig jaar geweest, maar afgezien van één veld met industriële hennep is alles goed opgekomen. Aan de pilot doen melkveehouders, akkerbouwers, fruittelers en hobbyboeren mee, die verschillende gewassen uitproberen om monoculturen te voorkomen.
Vanaf 2024 wil het tweetal de regionaal geteelde vezelgewassen zelf verwerken tot halffabricaten als vezels, houtachtige delen en groene microvezels, die geschikt zijn voor onder andere biobased bouwmaterialen. "We geloven er heilig in dat vezelgewassen niet alleen interessant kunnen zijn voor boeren, maar ook voor de bouw. Dit omdat deze sector door de stikstofcrisis dreigt vast te lopen," zegt de ondernemer.
"Met deze materialen kunnen we voor de lange termijn CO2 vastleggen in gebouwen, terwijl traditionele bouwmaterialen als beton en cement het milieu juist belasten. En de CO2, tot wel 30 ton per hectare, blijft ook in de bodem, omdat je de meerjarige gewassen jarenlang kunt oogsten."
Opschalen
Omdat de vijf geselecteerde gewassen verschillen qua lengte en sterkte van de vezels, ontwikkelen ze samen met Patrick Willemse (Willemse Technical Solutions) en Andries Vlot (TSN Groen) eigen mobiele verwerkingsmodules binnen het in april 2023 opgerichte samenwerkingsverband ‘BioBased Factory.’
Vervolgens kunnen ze testen voor welke toepassingen de gewassen geschikt zijn. Volgens De Wit zijn er in Nederland twee grote verwerkers van geoogste vezelgewassen, maar BouwBoeren wil af van het logistieke proces dat daarbij komt kijken.
De Wit schetst dat hij en zijn broer de afgelopen drie jaar, afgezien van enkele subsidies, vooral hebben geïnvesteerd, maar hij verwacht de komende jaren uit de kosten te komen. Hij schat dat de teelt van vezelgewassen boeren in de toekomst meer inkomsten oplevert, onder meer uit carbon credits, GLB- en ecopremies.
In 2024 wil BouwBoeren in Midden-Nederland opschalen naar 100 hectare vezelproductie. In 2025 willen de organisatie meer regio’s aan laten sluiten, waarbij ze boeren een gegarandeerde afzet en eerlijke en transparante vergoeding bieden.
"Landschapsbeheerders zijn enthousiast en bij aannemers merken we dat ze steeds meer de waarde inzien van jaarlijks hergroeibare bouwmaterialen waarvoor geen fossiele grondstoffen nodig zijn."
Bron: Nieuwe Oogst
Tekst: Hanneke de Jonge
Gepubliceerd op
Permalink