Leestijd 6 min
Het WeGrow Congres 2024 stond in het teken van het creëren van nieuwe verdienmodellen voor bouwers en boeren én het scheppen van een gezonde biobased markt. In dit artikel delen we de belangrijkste inzichten en blootgelegde kansen uit het congres.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Micha Bot
Een middag lang was het Openluchtmuseum te Arnhem het podium om kennis te delen over deze onderwerpen en nieuwe samenwerkingen op te zetten, onder begeleiding van dagvoorzitters Esther de Snoo van Nieuwe Oogst en Marvin van Kempen van Duurzaam Gebouwd & WeGrow. Eerst werden deelnemers getrakteerd met een video over de gloednieuwe podcast Boer zoekt Bouw, waarover gespreksleider Inge Diepman meer vertelde.
Ze liet met enthousiasme weten dat iedereen de eerste twee afleveringen kan luisteren. Inge neemt een boer mee naar de bouwplaats van een bouwer en de bouwer bezoekt op zijn beurt het erf van de boer. Ze bespreekt met haar gesprekspartners hoe verdienmodellen op elkaar aansluiten en wat er allemaal nog geregeld moet worden, bijvoorbeeld op het gebied van verwerking van materiaal en de afnamezekerheid. Maar bijvoorbeeld ook de mogelijkheden van carbon credits en de verdiensten ervan.
Voor de boeren
Daarover was Ger Koopmans van LTO Nederland heel duidelijk. Hij liet namelijk weten dat de verdiensten van carbon credits aan boeren toebehoren. Dat zorgde voor een reactie uit de zaal: professionals reageerden dat boeren zonder verwerkers en bouwers geen verdienmodel hebben. Het tot wasdom brengen van projecten, die tot CO2-vermindering en -opslag leiden, “daarvoor nemen verwerkers en bouwers óók risico”, zo klonk het. “Logisch dat zij ook een deel van de taart mogen eten; maar hoe groot is die taartpunt?”
De kansen van carbon credits, daar kwamen verschillende sprekers op terug. Zoals Nina van der Giessen van Rabobank, met een snelcursus over het fenomeen. Want hoe werkt het? “Na een start met vezelteelt slaan je planten CO2 op in de vezels, die naar de producent gaat om het naar een bouwmateriaal om te zetten”, illustreerde Nina. “De producent berekent de CO2-opslag in het bouwmateriaal, verkoopt de credits en de boer krijgt een percentage.” Daarnaast stuurt Rabobank zelf ook op carbon en biobased bouwen: 300.000 boeren in ontwikkelingslanden worden geholpen met carbon credits uit agroforestry. En er wordt een handelsplatform opgezet, in samenwerking met andere banken.
Gedragen transitiemiddel
Om de populariteit van carbon credits te verhogen moet het zowel door de vraag- als de aanbodzijde worden gedragen als transitiemiddel. Maar in hoeverre is een carbon credits-pilot aanbesteding vanuit de overheid levensvatbaar? Peter Oei vanuit Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, vertelde daarover. Het werkt met vooruitbetaalde carbon credits, die voor zekerheid zorgen voor omzet bij landbouwer. Met een minimum van € 15.000 en een maximum van € 75.000, in een Europese aanbesteding.
“De beoogde uitvoerder is het Nationaal Groenfonds, met een uitbetaling in het voorjaar van 2025”, geeft Peter aan. Beschikbare budgetten zijn onder andere: € 180.000 voor miscanthus, nieuwe aanplant, € 120.000 voor mammoetgras, € 180.000 voor vlas en € 300.000 voor hennep. Dat die CO2-opslag en -vermindering noodzakelijk is, bewees Patrick de Baat van a.s.r., die vertelde over materiaalgebonden emissies: voor Nederland is het budget om te voldoen aan het Klimaatakkoord 909 Mt en de bouwmaterialenindustrie is verantwoordelijk voor 11 procent van de nationale uitstoot. Vezelrijke gewassen brengen een positieve versnelling: van 250 hectare in 2024 naar 4.400 hectare in 2040.
Goede voorbeelden
Maar hoe pakken we dat aan? Volgens Patrick zijn er drie stimuli: “Een duurzaamheidskorting, grond ter beschikking stellen en transitie erfpacht, voor zowel eenjarige als meerjarige gewassen en het informeren en inspireren van boeren.” Een aantal voorbeelden die de revue passeerden dankzij Patrick: 200 hectare vezelhennep in Oude Pekela en 21 hectare sorghum in Noord-Brabant. Deze versnelling en beweging is noodzakelijk om grote maatschappelijke opgaves rondom onder andere duurzaamheid in te vullen. Hoe we sneller, beter en goedkoper kunnen bouwen en met welke materialen we dat doen, liet Titia Siertsema van NTVB weten: “We zijn materiaalneutraal in onze uitgangspunten. Of je nu metaal, biobased isolatiemateriaal of kalkzandsteen produceert, wij behartigen de gezamenlijke belangen.”
Ze vertelde over de stimulans die de sector krijgt om te innoveren en te investeren in duurzamere processen: “Zoals het gebruik van hernieuwbare energie, levensduurverlenging van producten, gerecyclede materialen en biobased materialen.” En ze vertelt over hoe biobased materialen daarin passen: “Ze kunnen een prima bijdrage leveren aan verduurzaming. Kijk naar het geheel, de innovatieve technieken voor duurzamere materialen, duurzame energie, optimaal hergebruik en samenwerking in de keten.”
Doelstellingen versneld invullen
Daarover gaf Jan Willem van de Groep van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen een update. Naast de al succesvolle ketens die zijn opgezet in verschillende provincies is het uitgangspunt om in 2025 naar 22 goedlopende ketens te gaan en 7.000 hectare voor zeven gewas-productcombinaties. “Ook richten we de pijlen op zes bouwconcepten in dat jaar.” Wat onder meer opviel, was de doelstelling om in 2028 al voor 15 procent van de nieuwbouwwoningen meer dan 30 procent biobased materialen toe te passen, evenals 15 procent biobased isolatie.
Een ander onderdeel van het programma van het WeGrow Congres 2024 was de oproep van boer Gert van Oort, die aan de hand van een Pecha Kucha zijn zoektocht naar voren bracht. Kan de toekomstige stedelijke omgeving van bedrijventerrein Heesch West en woningbouw De Bunders van Heesch met elkaar verbonden worden? En… kan die ontwikkeling biobased en integraal verduurzaamd worden? Hij stelde de zaal de vraag om met hem in gesprek te gaan over een gebiedscoöperatie met ontwikkelaars, woningcorporaties en overheden.
Innovators worden beloond
Op de biobased markt met twaalf innovators konden deelnemers inspiratie opdoen. En in gesprek gaan met de experts, die meer vertelden over de impact van hun noviteit. Vervolgens was het gezamenlijk stemmen op innovators, bij de uitreiking van de WeGrow Award: een nek aan nek race tussen finalisten Exie, Orange Elephants en Kingspan Hempflax.
Exie presenteerde een droge vorm van kalkhennep die je kunt toepassen in vloeren, daken en wanden. De hennep komt uit onder andere Vlaanderen en Noord-Brabant. Orange Elephants liet olifantsgras als duurzame oplossing zien, lokaal en uit de regio. De vezels worden verwerkt bij Vestjens Stroverwerking en SAM panels maakt van restafval platen, die gebruikt worden voor biobased cassettes. Kingspan Hempflax liet zien hoe boeren hennep telen, waar Hempflax het halffabricaat produceert, de basis voor Hemkor. Zij droegen hiermee onder andere bij aan het eerste gevalideerde hennepteelt isolatieproject in Nederland. Hoewel het gelijk opging, waren er uiteindelijk de meeste stemmen voor Kingspam Hempflax, dat aan het einde van het WeGrow Congres 2024 met de award naar huis ging.
Gepubliceerd op
Permalink